In de beeldentuin ‘Zee van Staal’ doet een persfotograaf zijn best om een ‘dramatische’ foto van mij te maken. Hij wil zoveel mogelijk dampende viezigheid op de achtergrond terwijl ik aan mijn puffer met astmamedicijn sta te trekken. Het artikel waar de foto bij komt, beweert: vieze lucht kost de samenleving 2,3 miljard. De bedrijven, waaronder Tata Steel, die de viezigheid veroorzaken worden op geen enkele manier aansprakelijk gesteld voor die kosten. Sterker: ze krijgen geld toe in de vorm van overheidssubsidies en belastingvoordelen.
Vijftien jaar geleden begon ik als hoofd van de bedrijfsschool van Tata Steel. De mantra van de leiding was: “We hebben de blik van buiten naar binnen nodig. We moeten outside-in denken.” Dat sprak me aan. De bedrijfsschoolleerlingen zagen de gang van zaken met een frisse blik. En ikzelf had er elders ook al een hele loopbaan opzitten. Maar al snel bleek het gezegde ‘Niet bijten in de hand die jou voedt’ belangrijker dan het mantra outside-in.
Nog steeds hoor ik boze oud-collega’s tegen mij zeggen: “Waarom val jij het bedrijf af? Je vrat er toch ook van?!” Dat vind ik een vreemde redenering, hoezo moet ik mijn mond houden? Het is juist andersom: juist omdat ik er werkte, moet ik er iets van zeggen. Het gaat hier niet om zeuren over slechte koffie. Het gaat hier om miljarden aan maatschappelijke kosten door ernstige gezondheidsschade. Schade die veroorzaakt wordt door productieprocessen die ook anders en schoner kunnen. En wie weet daar het meeste van, wie zitten er aan de knoppen en nemen met die kennis beslissingen die de volksgezondheid in gevaar brengen? Niet die ploegendienstmedewerker, niet die onderhoudsmonteur en ook niet de papierschuiver op kantoor. Zij lopen zelf anderhalf keer zoveel risico als de gemiddelde Nederlandse man om voortijdig aan een beroepsziekte te bezwijken.
Neen, het zijn dezelfde leidinggevenden die nu in Den Haag schaamteloos hun hand ophouden. Volgens de officier van justitie die verantwoordelijk is voor het vervolgen van witteboordencriminelen zijn drie vragen belangrijk bij het verantwoordelijk houden van leidinggevenden van vervuilende bedrijven: ‘Wist de baas ervan? Was hij of zij in de positie er wat aan te doen? En wat heeft die persoon vervolgens gedaan?’ Mijn antwoorden laten zich raden.
Rolf Deen