Klare taal over staal

23 april 2025

De fabel van 12 miljard saneringskosten

Op de dag dat de heren Wijers & Blom hun rapport presenteerden met scenario’s voor de verduurzaming van Tata Steel IJmuiden ging er iets mis. Per ongeluk verscheen een slide op het scherm waarop stond dat de saneringskosten voor het terrein 12 miljard euro zouden zijn. Sindsdien wordt elk plan afgezet tegen die 12 miljard. De aannames en bronnen achter dit getal zijn echter niet gepubliceerd en in antwoord op Kamervragen van Volt geeft minister Hermans (Ministerie van KGG) aan dat ze deze ook niet wil delen. Heel bijzonder, want dat is toch geen beursgevoelige informatie?

De mythe van 12 miljard euro wordt intussen wel gebruikt als argument om de staalfabriek in IJmuiden open te houden, ook als dat veel belastinggeld kost. Daarmee worden twee foute aannames gedaan.

Ten eerste worden de saneringskosten alleen gerekend bij sluiting van de fabriek. Terwijl de vervuiling in elk scenario zal moeten worden opgeruimd. Het kan misschien iets later als de fabriek deels blijft staan, maar opruimen zal op enig moment toch moeten.

De tweede foute aanname betreft de 12 miljard euro zelf. Ervaren saneerders, aannemers, gebiedsontwikkelaars en bodemexperts die hierover zijn geconsulteerd, geven allemaal aan dat dit bedrag een flinke overschatting is van de werkelijke kosten. Als je het terrein vergelijkt met andere vervuilde gebieden in Nederland kom je tot dezelfde conclusie. Reken maar mee.

Rekenoefening

Het gehele Tata terrein beslaat 730 hec­tare. Met de genoemde 12 miljard euro voor sloop en sanering komt dat dus neer op 16,5 miljoen euro per hectare. Let wel, dit gaat om elk stukje van het terrein, ook de plekken die minder vervuild zijn, zoals de kantoorgebouwen. Kijken we naar de meest vervuilde terreinen in Nederland, bijvoorbeeld Chemie-Pack in Moerdijk, het Thermphos terrein in Vlissingen Oost, de voormalige Olster Asfalt Fabriek (Olasfa) in Olst, woonwijken in Lekkerkerk tijdens het gifschandaal of het Westergasterrein in Amsterdam, dan variëren de schoonmaakkosten tussen de 2 en 7 miljoen euro per hectare. Alleen het terrein van de Exploitatie Maatschappij Krimpen (EMK) in Krimpen aan den IJssel komt iets hoger uit. Op dit “giftigste terrein van Nederland” moest met een mobiele hal gewerkt worden omdat de gassen die vrijkomen zeer giftig zijn en snel vervliegen. Maar hier werd ‘slechts’ 11 miljoen euro per hectare uitgegeven voor sanering. Nog steeds veel minder dus dan de aanname die hier gedaan wordt voor Tata Steel.

En dit zijn allemaal voorbeelden van veel kleinere stukken land, waar alle grond ernstig vervuild was en waar alle vervuilde grond moest worden afgevoerd naar een externe locatie. Op het Tata terrein zijn ook stukken te vinden die veel minder vervuild zijn en je kunt op het terrein een fabriek bouwen om het grootste deel van de grond ter plaatse te reinigen: een flinke kostenbesparing. Indicatieve berekeningen wijzen eerder op 2 tot 5 miljard euro saneringskosten.

Laat de minister in elk geval transparant zijn waar die 12 miljard vandaan komt, dan kunnen onafhankelijke experts het getal toetsen en maken we eerlijke afwegingen.

22 april 2025

Willen we voor de nieuwe staalfabriek afhankelijk worden van modules van buiten Europa?

Tata Steel IJmuiden wil geld van de overheid voor haar verduurzamingsplannen en heeft bedacht dat de nieuwe fabriek modulair gebouwd zal gaan worden. Het bedrijf vermeldt hier niet bij dat de modules van ver komen en door arbeidsmigranten zullen worden geïnstalleerd.

Op haar eigen website vermeldt Tata Steel het volgende over deze verduurzamingsplannen:

“Grote onderdelen van de installaties laten we extern maken en als modules naar de bouwplaats vervoeren via een speciaal aangelegde transportroute (…). Door kant-en-klare modules aan te voeren, beperken we het aantal mensen en voertuigen op ons terrein.”

Tata Steel vergeet daarbij te vermelden dat deze modules van ver komen en waarschijnlijk uit China. De modules zullen verscheept worden naar IJmuiden, waar zo’n 2.000 mensen nodig zullen zijn om ze in elkaar te zetten.

Chinese modules betekent 10 jaar lang 2.000 arbeidsmigranten

Fase 1, waar de maatwerkafspraak over gaat, omvat de bouw van de eerste electric arc furnace (EAF) en de fabriek die direct reduced iron (DRI) gaat maken. Deze fase duurt zeker 5 jaar. Fase 2, als die ooit komt, loopt tot minimaal 2037.
Het is duidelijk dat de arbeiders die nodig zijn om de fabrieken te bouwen, niet in Nederland gevonden kunnen worden. We missen hier de kennis en de kunde. Het gaat om een aantal van circa 2.000 mensen. Ter vergelijking: het nabijgelegen dorp Wijk aan Zee telt zelf slechts 2.155 mensen. Waar gaan die mensen gehuisvest worden voor zo’n lange periode? Past dit bij de gewenste strategische autonomie? Het zijn fundamentele vragen die Tata Steel tot op heden behendig weet te vermijden.

18 maart 2025

Hardnekkige mythe ‘strategische autonomie’ vertroebelt debat over toekomst Tata Steel IJmuiden

In deze tijd van belangrijke geopolitieke verschuivingen, de opkomst van nieuwe grootmachten als China en India en verstoringen in de trans-Atlantische relatie is het niet gek dat er een sterkere roep klinkt om Europese onafhankelijkheid. Het behouden van de staal­fabriek zou daaraan kunnen bijdragen of zelfs noodzakelijk zijn. Complete onafhankelijkheid is echter een illusie voor een continent dat nauwelijks grondstoffen bezit. Tata Steels groenstaalplannen veranderen daar niks aan.

Het is een veelgehoord argument in het debat rondom Tata Steel IJmuiden: het behouden van de fabriek in IJmuiden zou noodzakelijk zijn voor het waarborgen van of zelfs bevorderen van de Nederlandse (en Europese) strategische autonomie. In haar ‘Position Paper’ t.b.v. de Ronde­tafelgesprekken van de Maat­werk­afspraken van 17 april 2024 schrijft Tata Steel dan ook “Een vitaal verduur­zaamd staalbedrijf (..) in Nederland draagt ook bij aan meer strategische autonomie, waardoor Europa kwetsbare afhankelijkheden van derde landen vermindert.” Dit argument houdt geen stand, want in de Nederlandse bodem zitten weinig tot geen kritieke grondstoffen, en ook in de rest van Europa zijn deze grondstoffen schaars. We hebben eigenlijk alleen zout.

Nederlandse industrie is sterk afhankelijk van import

Voor zo’n klein land heeft Nederland rela­tief veel industrie met vijf grote industrie­clusters en een verspreid zesde cluster. Dat maakt dat we voor praktisch al onze industriële pro­cessen sterk afhankelijk zijn van de import van de benodigde grondstoffen van andere landen. Dat geldt ook zeker voor de staalindustrie.

Tata Steel IJmuiden gebruikt 12 verschillende typen ijzerertsen die van verschillende plekken op de wereld komen. Exacte cijfers over de precieze herkomst van deze ertsen zijn moeilijk te verkrijgen, maar in 2020 importeerde Nederland in ieder geval zo’n 3,2 miljard kilo ijzererts uit Brazilië.

Onlangs bevestigde Tata Steel bovendien nieuwe mijnprojecten in India die het bedrijf langdurige aanvoerzekerheid moeten bieden. Tata Steel haalt haar ‘cokes’ vooral uit kolenmijnen in Duitsland, de VS en Australië. Kortom, alle ingrediënten die nodig zijn voor het staalproces komen nu zeker niet van Nederlandse bodem en met een gebrek aan eigen ijzerertsen zal van volledige strategische autonomie nooit sprake zijn.

Blijf op de hoogte

van het laatste nieuws

Opinie

Tata Steel snijdt het vet van de botten en paait daarmee de Nederlandse overheid
Tata Steel en de Zelfvoorzienende Fabel
De argumentenfabriek in de IJmond